Sabien is illustrator, en probeert met subtiele lijnen het onzegbare te verwoorden.
geboortejaar: 1978
geboorteplaats: Kortrijk
woonplaats: Gent
Bezig sinds altijd, maar professioneel sedert 2002
Waar is het allemaal begonnen?
In het zesde leerjaar, toen meester Jozef zei dat we een boek zouden maken, en Sabien de illustrator mocht zijn.
Ik had nog nooit van het woord gehoord en ook nooit gedacht dat er een beroep bestond voor iets wat ik het liefst deed: tekenen.
Wat is het slechtste advies dat je al hebt gekregen?
Zou je niet beter een ECHTE job zoeken?
Mooiste moment tijdens het creatieproces?
Als ik teken, ontstaan er verhaaltjes in mijn hoofd. Redenen die ik uitvind waarom de illustratie nu precies zus of zo moet geschapen worden…
Als er plots een kettingreactie ontstaat waardoor mijn verhaal in mijn hoofd volledig klopt, en alle redenen gestaafd lijken, dan weet ik dat de tekening juist zit.
Als er geen verhaal loskomt, weet ik dat ik fout zit.
Wat inspireert je niet?
Extreem veel lawaai slaat al mijn fantasie kapot.
Waar ben je trots op?
Ik ben onlangs een maand alleen op reis geweest. Ik dacht dat dit enkel voor de durvers was. Met een beetje schrik sprong ik, omdat ik vond dat het tijd was.
Het werd mijn schoonste ervaring. Ik ben duizend keer sterker teruggekomen.
Wie zou je graag ontmoeten of met wie zou je graag samenwerken?
Bastien Vivès, een illustrator die fantastische graphic novels maakt. Ik zou hem raad vragen. Ik ben momenteel een graphic novel aan het maken met schrijfster Mieke Versyp, op eigen houtje. Ik zou hem vragen hoe hij tussen de bomen het bos blijft zien. Maar dan in het Frans met een beetje haar op.
Lievelingsmateriaal?
Ik hou ervan om van materiaal te wisselen, nieuw materiaal te ontdekken zodat ik mijzelf blijf vernieuwen.
Een oude schoolpen blijft wel een topper. Vroeger zou ik absoluut voor de vierkleurenbic gekozen hebben, maar omdat die niet lichtecht is, ben ik daar een beetje vanaf gestapt.
Wat had je gedaan als je dit niet had gedaan?
Fotografe zou ik geworden zijn. Ik hou ervan om beelden te isoleren. Als kind nam ik foto’s met mijn ogen. Ik kan die nu nog oproepen uit mijn geheugen.
Of in mijn wildste dromen: paardenfluisteraar. Ik ben zot van paarden, en hou halt bij ieder paard dat mijn pad kruist. Ik ga er dan een babbeltje mee maken.
Wanneer was je grootste twijfelmoment?
Ik twijfel nogal heel veel dus ook nu twijfel ik welk moment ik moet kiezen…
Wie is jouw grootste steunpilaar?
Mijn zus Dorine. Absoluut.
Mijn zus is mijn klankbord en mijn troost.
Zij heeft mij geleerd om de zotheid in het leven te omarmen, om mijn dromen te volgen.
Daar waar we tijd hebben doen we dat samen.
Mocht ik geen illustrator geworden zijn, dan zou zij die rol hebben ingevuld.
Lievelingsbeeld?
Een foto die ik nam in de tentoonstelling ‘Hyperrealisme’ in de Kunsthal in Rotterdam.
Al mijn liefde in één beeld:
Mijn liefde voor paarden, mijn liefde voor kunst en schoonheid. Op de foto staat mijn zus Dorine die het beeld empathisch bewondert.
Wat is je mooiste zin?
Misschien niet de mooiste zin, maar ik vond hem zelf uit en zeg hem wel veel:
“Alles voor acht is nacht.”
En dus mag ik zonder schuldgevoel slapen tot het ochtend wordt. (lacht)
Wat wil je nog graag doen?
Heel veel paarden en andere fantastische dieren tekenen.
Mijn hoofdbekommernis momenteel is mijn graphic novel met Mieke Versyp tot een goed einde brengen. Daar zal ik zeker nog drie jaar zoet mee zijn…
Waar werk je?
Ik werk in Gent. Op het gelijkvloers is mijn atelier, ik woon op het eerste verdiep.
In mijn atelier hangen de muren vol met inspiratie: foto’s uit magazines of van foldertjes die mij op de een of andere manier raken.
Dat helpt, want zelf wil ik ook via mijn beelden mensen raken.