Randall maakt, en dan altijd over hoe het is om mens te zijn.

geboortejaar: 1967
geboorteplaats: Aalst
woonplaats: Sint-Amandsberg (Gent)
in ’91 afgestudeerd aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK) in Gent
Waar is het allemaal begonnen?
Toen ik klein was, speelde ik vaak met mijn neef Francis (Denys, hyper-conceptuele kunstenaar, n.v.d.r.). We verzonnen dan reizen naar andere planeten en tekenden aliens en ruimteschepen samen. Daarna deed ik op m’n eentje verder. Francis was drie jaar ouder en kon veel beter tekenen. Ik wou zo goed zijn als hem, dus oefende ik thuis alleen verder. Daar ligt dus voor een deel de oorsprong.
Een andere oorzaak is ongetwijfeld complimentjes krijgen. Ik kreeg vroeger al complimenten op mijn tekeningen, en ik dacht: “Mensen vinden dit leuk, ik ga ervoor zorgen dat ik er beter in word”.
Ik ben dan aan KASK gaan studeren en afgestudeerd in toegepaste kunsten. Die richting ging van design en modeontwerp tot lay-out. Het omvatte eigenlijk al wat met beeldend denken te maken had, maar dan gericht naar een product. Na die studies vroeg ik me af welke job ik ging doen. In de krant zag ik dat ze bij De Morgen een lay-outer zochten. Toen dacht ik “Dat ga ik nu niet doen”. (lacht)
Mijn carrièreplan was om werkjes op te sturen naar Humo en dan voor hen te gaan werken. Maar toen bleek dat ze me niet moesten hebben. (lacht) Ik ben dan meteen zelfstandige geworden. Met een vriend heb ik een computer gekocht en we zijn beginnen lay-outen op zelfstandige basis.
Wat is het slechtste advies dat je al hebt gekregen?
Dan moet ik denken aan een scène uit een jury aan de academie. Ik had een werk gemaakt waarvoor ik veel complimenten had gekregen, zowel van docenten als van medestudenten. Ik ben dus heel zelfverzekerd naar die jury gegaan. Er was één jurylid die mijn werk maar niets vond. Hij vond het slecht, maar heeft me toen niet gezegd waarom. Ondertussen weet ik wat er mis mee was, maar destijds voelde het als een afwijzing zonder uitleg.
Een slecht advies is misschien ook een advies dat ik al aan mezelf heb gegeven: “Het gaat te gemakkelijk, dus ik mag het niet doen”. Alsof iets moeilijk moet zijn om goed te zijn. Terwijl ik nu wel besef dat creëren in een soort flow juist een vorm van gratie is. Vroeger dacht ik dat als iets te veel voelt alsof ik aan het spelen ben, dat als het te leuk is, ik het resultaat wel kitsch moest vinden. Terwijl de levenskunst juist is om het allemaal te laten stromen.
Mooiste moment tijdens het creatieproces?
Als alle commentaar verdwijnt.
Als het voelt alsof ik naar het ontstaan van het werk zit te kijken, zonder ingrijpen. Als ik getuige word van het proces, én dat proces lekker loopt. (lacht)
Een ander mooi moment is om een werk na maanden of jaren terug te zien. Dan blijkt vaak dat het hele moment waarop het gecreëerd is, erin zit: de plaats, het lied dat speelde, wie bij me was. Vier dimensies blijken als het ware gecodeerd te zitten in de lijntjes.
Wat inspireert je niet?
De burgemeester. (lacht)
Of Donald Trump. Zo’n raar figuur. Ik lees erover en erger me eraan, maar dat gaat niet in mijn werk, het gaat nergens goed naartoe.
Ergernis en woede zijn geen inspiratiebronnen. Ze zetten de motor niet in gang. Integendeel.
Waar ben je trots op?
Ik kan soms details in mijn werk bijzonder goed vinden, zoals een schoen. Dat gebeurt als ik mijn eigenwaarde erin terugzie, met extra vuur.
Ik ben ook trots op mijn eigen koppigheid. Dat ik er nog ben. Dat ik het nog doe.
Dat is wel niet alleen maar positief, want het heeft er ook voor gezorgd dat ik lang mijn bestaansrecht associeerde met beelden maken. Ondertussen weet ik: ook als postbode zou ik nog altijd Randall zijn. (lacht)
Wie zou je graag ontmoeten, of met wie zou je graag samenwerken?
Ik heb een hele hoop helden, maar als ik hen zou ontmoeten, zou ik zo onder de indruk zijn dat ik met een mond vol tanden zou staan. Daar heb ik dus niets aan. (lacht)
Eerder Jezus of zo. Dat zou wel cool zijn. Of Maria, Franciscus van Assisi en Boeddha.
Ik zou ook wel graag eens een half jaar stagiair willen zijn bij Piet Raemdonck, een schilder met wie ik af en toe mail. Hij maakt indrukwekkende landschappen.
Of Hans Bourlon (televisieproducent die aan het hoofd staat van Studio 100, n.v.d.r.), die vind ik ook fascinerend. Ik heb ooit eens een bundel met zijn columns geïllustreerd. Hoe die man werkt en delegeert: daar kan ik ongelooflijk veel van leren. Maar dat denk ik misschien vooral omdat ik van mezelf vind dat ik bijzonder inefficiënt ben. (lacht)
Lievelingsmateriaal?
Papier. Als drager. Dat is een constante.
Wat had je gedaan als je dit niet had gedaan?
Wetenschapper. Of misschien specifieker: wetenschapsfilosoof.
Gelijk met welk ding ik bezig ben, ik ben altijd ook bezig met het meta-ding. Als ik teken, ben ik ook bezig met “het tekenen”.
Wanneer was je grootste twijfelmoment?
Ik twijfel bijna altijd. Waar zou het grootste twijfelmoment zitten? (lacht)
Zo’n moment is bijvoorbeeld als ik een heel goed idee heb, een helder visioen en ik geweldig veel potentieel voel; dan is er enorm veel twijfel in die eerste stappen van het materialiseren. Wanneer een wolk van mogelijkheden wordt herleid naar triestige dingen zoals drie lijnen. Wanneer ik besef dat van wat ik bedacht, maar twintig procent gaat kunnen bestaan. MAAR ook twintig procent van iets anders en twintig procent van nog iets anders enzovoort.
Wie is jouw grootste steunpilaar?
Mijn koppigheid. (lacht)
Lievelingsbeeld?
Dat is altijd het laatste waaraan ik bezig ben. Mijn huidig lievelingsbeeld ging eerst iets anders zijn, is dan mislukt en is uiteindelijk iets geworden dat ik nog nooit eerder heb gedaan.
Mijn lievelingsbeelden zijn eigenlijk altijd de laatste werken die ik gemaakt heb en die goed gelukt zijn, in omgekeerde volgorde.
Wat is je mooiste zin?
“Ge zijt niet wie
ge denkt dat ge zijt
Wie ge denkt dat ge zijt
hebt ge gemaakt
om wie ge vreest dat ge zijt
te beschermen
En het heeft
niet geholpen hé”
Wat wil je nog graag doen?
Een zeiltocht. Ik ben er niets concreet voor aan het doen, maar het staat in een lijstje.
Dat en mijn strip afwerken.
Waar werk je?
(van 18 januari tot en met 31 maart 2019 heeft Randall gewoond en gewerkt in zijn tijdelijk atelier in Ijsberg, Damme)