Alexandre is een meubelarchitect. Als artistieke meubelmaker haalt hij zijn inspiratie uit architectuur en al wat architectuur inspireert, zoals geometrische vormen, een weerspiegeling in glas of een schaduw- en lijnenspel. Hij is een meubelmaker die op ambachtelijke manier werkt, maar met zin voor modernisme.
geboortejaar: 1988
geboorteplaats: Gent
woonplaats: Brussel
zo’n drie jaar bezig
Waar is het allemaal begonnen?
Mijn vader had vroeger een boekhandel in Gent waarmee hij wekelijks op de rommelmarkt stond. Hij ging daarvoor vaak naar antiekbeurzen en expo’s in Brussel en Parijs waar mooie objecten verkocht werden. Toen ik klein was, ging ik dikwijls met hem mee. Daar ontstond mijn liefde voor oude schoonheid. Als kind moest ik in het weekend trouwens vaak mijn tijd slijten in de winkel. Daar begon ik dingen te maken uit het afvalhout van boekenrekken. Zo heb ik, toen ik tien jaar was, een ligstoel gemaakt die ook een parasol werd. Dat was heel praktisch voor als ik wou zitten of als er te veel zon was (lacht). Creatief denken zit sowieso in mijn familie en ik ben altijd gestimuleerd geweest om mezelf te ontwikkelen in alles wat ik tof vond.
(Denkt na) Maar misschien begon het al vroeger. Ik heb heel jong een zakmes gekregen van mijn oma waarmee ik stokken bewerkte. Ik herinner me ook dat toen ik ongeveer vijf jaar was, ik van mijn ouders een houten kistje heb gekregen met daarin een mini-gereedschap-kit. Ik begon daar onmiddellijk mee te zagen in een plasteren beeld in de tuin. Mijn ouders waren daar niet echt gelukkig mee (lacht). Als tiener werd ik later verliefd op het Institut Saint-Luc (Meubelmakersschool in Doornik, n.v.d.r.), waar ik mijn opleiding heb gevolgd.
Wat is het slechtste advies dat je al hebt gekregen/gehoord?
Niet iedereen begrijpt altijd even goed wat ik doe. Soms krijg ik het advies om één van mijn ontwerpen “in productie te brengen” en zo bijvoorbeeld zestig stuks te maken van een ontwerp. Ik heb ook al het advies gekregen om om de maand een job aan te nemen die ik niet graag doe, maar die wel geld binnenbrengt. Maar dat zou betekenen dat ik maar zes maanden per jaar creatief kan evolueren. Laat ons zeggen dat ik dat voor 80% slecht en voor 20% goed advies vind (lacht). Ik doe in mijn werk nooit toegevingen en wil dat elk stuk perfect gemaakt is. Gelukkig lijken steeds meer mensen dat te appreciëren en te begrijpen.
Mooiste moment tijdens het creatieproces?
Wanneer het allemaal samenkomt. Als het ontwerp dat ik in mijn hoofd heb tastbaar wordt en ik in de verschillende onderdelen het eindproduct kan zien.
Een ander mooi moment is als ik een oplossing vind die esthetisch is én werkt voor een probleem veroorzaakt door mijn… uniek willen zijn (lacht). Doordat mijn meubels op maat worden gemaakt, werk ik vaak niet met standaardmaten. Dat zorgt ervoor dat ik vaak moet nadenken over onorthodoxe oplossingen en dus ook regelmatig buiten de lijntjes kleur.
Wat inspireert je niet?
Zelfmedelijden.
Waar ben je trots op?
Dat ik heel goed kan relativeren. Daardoor kan ik mezelf tot het uiterste drijven. Misschien verder dan anderen die stoppen waar de sociaal aanvaardbare limiet ligt. Ik weet dat mijn echte grens nog veel verder ligt.
Veel van mijn energie komt ook voort uit het besef dat ik het eigenlijk heel goed heb. Ik doe wat ik graag doe, ben mijn eigen baas en leef in een welvarend land. Ik moet niet drie verschillende jobs doen om mijn kinderen op te voeden en leef niet in een land als Tanzania waar mensen op straat sterven. Als ik gedurende zes maanden zeven op zeven werk, doe ik dat vooral omdat ik het zelf wil. Ik duw mezelf dus tot het uiterste, maar met enorme dankbaarheid én vrolijkheid.
Wie zou je graag ontmoeten/met wie zou je graag samenwerken?
Ik loop al tien jaar rond met het idee om een collectief te starten met mensen die zich, net als ik, smijten in wat ze doen. Een samenwerking met verschillende ambachtslui met een moderne blik. Dat idee begint zich steeds meer te concretiseren. Ik wil sowieso altijd heel graag samenwerken met mensen uit andere branches die hun eigen ding durven doen en mij uitdagen. Wat me super lijkt is bijvoorbeeld een samenwerking met een modecollectie, of de enscenering doen voor de live-show van een muziekgroep.
Lievelingsmateriaal?
Over hout weet ik door mijn opleiding en beroep het meest. Ik ken het door en door en weet er de voor- én nadelen van. Andere materialen hebben voor mij alleen maar voordelen: ze zijn nieuw en interessant en als de uitvoering voor mij te moeilijk is, laat ik dat door anderen doen.
Ik heb niet één lievelingsmateriaal, wel een voorliefde voor materialen die al eeuwen bestaan en gebruikt worden. Zeker wanneer er oude ambachten aan verbonden zijn. Dat gaat van kalk, brons, leer, messing, glas, steen en bakeliet tot papier en lak. Ik ben ook heel erg geïnteresseerd in nieuwe materialen en de toepassing ervan, zoals epoxy (een kunststof, n.v.d.r.), polyurethaan, bepaalde schuimen, composiet materiaal…
Wat had je gedaan als je dit niet had gedaan?
Dan had ik toch dit gedaan (lacht).
Misschien was ik wel muzikant geworden. Ik heb een enorm muzikaal hoofd. In het algemeen word ik vlug getriggerd en veel dingen interesseren me. Als ik goede leermeesters heb die de liefde voor hun vak kunnen overbrengen, dan smijt ik mij er ook helemaal in. Of je doet iets goed, of je doet het niet (lacht).
Wanneer was je grootste twijfelmoment?
Ik heb nooit getwijfeld over wat ik wou doen. Mijn twijfels gaan meer over de manier waarop ik iets wil doen. Zo’n twijfelmoment had ik nadat ik voor de tweede keer de beurs in Milaan (Salone del Mobile, een meubelbeurs in Milaan, n.v.d.r.) had gedaan. Ik zat toen in een groep van jonge gasten die “goed bezig waren” en dus op dure beurzen moeten staan. Dan kan het wringen tussen die verplichting om er te staan, en de vraag of ik wel echt iets te bieden heb op dat moment, dat ik zelf ook interessant vind. Dan wordt het een keuze tussen een beurs-collectie maken en je eigen ding doen.
Een recenter twijfelmoment gaat over het al dan niet vast aannemen van iemand. Bij zo’n beslissing komt veel kijken: er moet genoeg werk zijn, je moet werk delegeren en dus ergens loslaten, er komt een striktere planning waar je aan vasthangt… Er gaat een zekere vorm van vrijheid verloren.
Wat is je mooiste zin?
“Art is all about ideas, but to make beauty out of ideas, you need craftsmanship”
In mijn branche is dat volgens mij bijna altijd zo.
“Het moment waarop iedereen stopt en jij doorgaat, is het moment waarop je een verschil maakt”
Maar dat is misschien te vergelijkend… Eigenlijk vooral:
“Doe gewoon wat je graag doet!”
Geluk drijft mij. Als je doet wat je graag doet, word je stap voor stap ook beter, waardoor er meer vraag komt naar wat je maakt. Het is een vicieuze cirkel naar boven. Doe zo weinig mogelijk waar je niet achterstaat. We vergeten soms hoeveel geluk we hebben om in het westen te leven en hoeveel vrijheid we hebben om te doen wat we graag doen.
Wat wil je nog graag doen?
Ik wil nog heel veel doen (lacht). Sculpturen maken. Abstracte kunstwerken waarin ik kan spelen met verschillende kleuren en materialen…
Ik heb altijd veel inspiratie en voel dan steeds de drang om het te verwerken in wat ik doe. Maar niet alle inspiratie past in de weg die ik wil opgaan met mijn meubels. Die moeten altijd perfect afgewerkt zijn. In sculpturen zou dat niet noodzakelijk zo hoeven te zijn.
Ik zou ook graag willen reizen met mijn werk. Op mooie plekken komen die niet toegankelijk zijn voor het grote publiek. Al werkend op avontuur gaan en architecturale pareltjes ontdekken lijkt mij fantastisch. Bijvoorbeeld iets mogen creëren in een kasteel of de inrichting doen van een huis in Zuid-Frankrijk of Italië. Het lijkt me heel inspirerend om af en toe te werken in een totaal andere omgeving.